Welkom! Deze video toont een korte introductie van mezelf,  Siegfried Woldhek, en van de cursus, plus een lijst van benodigde materialen.

Wat je ook schildert, je moet begrijpen en voelen hoe je een vlakje van de gewenste kleurintensiteit kunt schilderen.  Dat is de basis.  Daarover gaat deze les.

Is het papier nat, bijna droog of helemaal droog?  Heb je veel of weinig water in de kwast? Elk van die combinaties leidt tot een ander resultaat.  In deze les ga je hier mee spelen.

Met een glacering of wassing kun je eenheid of sfeer in een voorstelling brengen.  Je verft dan met een zachte dikke kwast snel een dun laagje kleur over (een deel van) de voorstelling.

Er zijn tal van verschillende kwasten, maar aan twee heb je voldoende.

Met een en dezelfde kwast kun je allerlei verschillende patronen en effecten maken.

Elke fabrikant maakt 300 gr waterverfpapier in drie types:  glad, korrelig en ruw.  Die aanduiding vind je op de verpakking. 

Eenzelfde verfstreek ziet er heel anders uit  op glad, stroef of ruw papier. 

Als je het papier een beetje laat hellen, hoef je 300 gr papier  niet op te spannen.  Eventuele bobbels kun je eenvoudig verwijderen. 

Waterverf komt in honderden kleuren en allerlei verpakkingsvormen: kleine napjes, grotere nappen, heel grote nappen, kleine tubes en grote tubes. Ik bespreek waar je op kunt letten en laat zien welke kleuren ik gebruik.

Op kleur kun je jarenlang studeren, maar voor een goed aquarel is het veel belangrijker dat je de toonwaarden goed treft. En daarvoor heb je maar weinig kleuren nodig. 

Gebruik een palet met voldoende diepe mengvakken.  Alleen dan kun je het water voldoende zijn werk laten doen.

Het is goed om de partijen die wit moeten blijven, uit te sparen, maar je kunt tijdens het drogen van de verf of na afloop van het drogen toch op allerlei manieren weer wit of bijna wit terugwinnen.

Voor iedereen die enthousiast is geworden voor waterverf, volgen tot besluit een paar tips, o.a over aan te schaffen materialen