Onlangs ontdekte ik iets dat me ineens een flinke stap vooruit zette in mijn leven. Dat soort momenten vind ik heel bijzonder en koester ik. Graag deel ik dit met je.

Voor mijn yogadocenten opleiding (ik ben in mijn laatste jaar van de vierjarige opleiding), moet ik een aantal opdrachten doen. Het maken van zeven lessenseries met verschillende doelen is zo’n opdracht. Drie series heb ik al af en zijn goedgekeurd. Met de andere vier ben ik nog aan het worstelen. Telkens als ik er aan denk ontstaat er weerstand, die soms ook als stress voelt. Ik vind dat ik achter mijn bureau moet gaan zitten en er aan moet gaan werken. En dat vind ik op dagen dat ik geen andere zaken gepland heb. En toch komt het er dan niet van. Een serie in elkaar zetten kost tijd, ik ben zo een paar uur bezig. Een verloren uurtje tussendoor werkt niet. Bovendien moet ik me echt concentreren, me niet laten afleiden en alle materiaal dat ik heb om me heen kunnen leggen. En dan gaan puzzelen, uitproberen, schuiven, opnieuw zoeken, enzovoorts. Best een leuke klus als ik het zo opschrijf. Maar het is me niet altijd even makkelijk afgegaan, dus vandaar de weerstand. En het uitstelgedrag.

Ik kom er zo op terug, want de ontdekking die ik deed, had een heel positief gevolg voor die weerstand.

Ik zal het uitleggen.

Ik was op een afscheidsfeestje van een voormalige teamleider van de organisatie waar ik vijf jaar geleden vertrok om voor mezelf te beginnen. De teamleider ging met vervroegd pensioen. Haar team en een groepje oud-medewerkers waren uitgenodigd op wat een bijzonder warme, vrolijke en gezellige bijeenkomst werd. Ik stond kort te praten met een adjunct-hoofd die me een bekende vraag stelde, nadat ik hem had verteld dat ik het communicatie-vak vaarwel had gezegd en me volledig had toegelegd op yoga, The Artist’s Way via de Pronk Academie en de kleinkinderen.

Hij vroeg: “Wat doe je dan de hele dag?”

Die vraag zette me later aan het denken. Zelf heb ik lang met deze vraag in mijn hoofd gezeten op dagen dat ik niet iets specifieks of werk-achtig had gepland. Wat heb ik gedaan vandaag. Heb ik iets gedaan vandaag? Nog niet zo lang geleden had ik met een vrouw (halverwege de 60) die net gestopt was met werken, uitgebreid over deze vraag van gedachten gewisseld. En elkaar een hart onder riem gestoken dat we best een keer op de bank mochten zitten met een boek. Zonder ons schuldig te voelen. Maar ondertussen knaagde het schuldgevoel toch.

En toen, na die vraag op dat feestje, toen ik er verder over nadacht, kwam ik tot andere vragen: moet ik altijd iets doen? En wat is ‘doen’ dan? Hoe definieer je ‘doen’? ‘Doen’, in onze samenleving, moet tot iets leiden, tot een resultaat, iets concreets. Tot een bijdrage, waaraan dan ook. Het moet zichtbaar zijn, tastbaar en je moet erover kunnen vertellen. Voor mij kwam er ineens ruimte toen ik er nog iets aan toevoegde: ‘doen’ in die betekenis is voor mij geen voorwaarde om een fijne dag te hebben. Geen voorwaarde om me niet schuldig te voelen. Eerder het omgekeerde: niet meer precies weten wat ik ‘s morgens heb gedaan, maar wel voelen dat ik ’s middags met veel energie en een opgeruimd hoofd aan de opdracht van mijn opleiding kon beginnen.

En dat was een echte ontdekking. Toen ik voelde dat het goed was om na het ontbijt rustig de krant te lezen met een kop koffie – en daar echt de tijd voor nam – om pas daarna naar mijn kamer te gaan voor het werken aan de opdracht, koppelde ik twee dingen aan elkaar. ‘Doen’ kan ook zijn: de krant lezen op mijn gemak. Want dat leidt tot minder weerstand in mijn hoofd om aan de opdracht te beginnen. Toch een concreet resultaat!

En om het compleet te maken, gebruikte ik de pommodore-methode door de wasmachine aan te zetten op een programma van een uur, zodat ik een verplichte pauze na een uur moest inlassen. Wat een genot om dit soort dingen te ontdekken. Met dank aan een kort gesprekje op een afscheidsfeestje.

Katja Pronk

-> Proefles

-> Trainingen

-> Alle artikelen en blogs